DECEMBER 2016

Buurtbewoners en hun dieren
Yvonne
“Dieren gaan voor,” zegt Yvonne. Je ziet haar regelmatig door onze straten lopen: Yvonne, vergezeld door haar hond.

Als ik in haar huis binnenstap valt het me meteen op, de dieren die in haar huis rondlopen: twee poezen (de hond is logeren), de talrijke foto’s van dieren, de kunstvlinders en olifantjes aan de muur. Het is duidelijk: hier woont iemand die veel van dieren houdt.

Yvonne vertelt: “Ik woon hier nu 22 jaar. Al die tijd heb ik dieren gehad. Van alles: 2 papegaaien, 2 aquariums, veel cavia’s, valkparkieten, kanaries, poezen en altijd honden. Dieren horen bij mij. Ik kan niet zonder dieren leven. Ze geven liefde, vriendschap, je hebt plezier met ze.
Als je mensen leert kennen ga je des te meer van dieren houden: mensen beoordelen je, maar dieren nemen je zoals je bent. Hun liefde is groter. Je moet voor dieren opkomen omdat ze dat zelf niet kunnen. Je kunt een dier maken en breken.
Vroeger heb ik bij het dierenasiel aan de Polderweg gewerkt. Ik vond het soms  wel moeilijk als ze weggingen, vooral honden, die hechten zich zo aan je en omgekeerd. Daar leerde ik ook hoe verschillend de karakters van dieren kunnen  zijn. Ik voelde me daar heel nuttig. Ik kan niet tegen dierenleed. As ik als kind op straat een zielig dier zie dan neem ik het mee naar huis.
Ook heb ik een poos bij de kattenkennel gewerkt.
Als je een dier neemt moet je er voor 100% voor kunnen zijn, anders moet je het laten.

Op mijn vraag of ze ook een speciale band met een van  de dieren heeft gehad vertelt Yvonne:
“Bas was mijn zielehond, mijn soulmate. Kwam uit een asiel. Was geslagen, mishandeld, bang voor kinderen gemaakt. We hadden een zo ongelooflijk sterke band. Hij voelde als ik ergens pijn had en kwam dan bij me zitten.
Dieren mogen niet lijden. 
Nu heb ik Kimbo, een spaanse zwerfhond. In Spanje heeft hij veel moeten vechten, daar zijn ze doorgaans niet diervriendelijk. Hij heeft veel meegemaakt maar nu is hij echt m’n gabberdje, m’n poezen zijn reiskatjes geworden, gaan overal mee naar toe.”

Op m’n vraag of ze de inrichting van de buurt diervriendelijk vindt, zegt Yvonne resoluut: “Er zijn niet genoeg uitlaatplekken en te veel fietsen. Een groene uitlaatplek waar ze kunnen spelen zou geweldig zijn.”

Wil je tot slot nog iets zeggen, vraag ik haar.
“Houd van dieren want dan worden het je grootste maatjes.” antwoord ze.

Als ik haar bedank voor het gesprek en de trap afloop, roept ze nog: “Van paarden word ik ook helemaal blij. Die zijn zo puur.”
Helena