APRIL 2014
Kunstenaar Andrei Roiter
een interview, vervolg — deel 2
— Hoe heb je de periode van de Kindergarten ervaren?
Ik werd beschouwd als vertegenwoordiger van de Kindergartengroep. Als ik erop terugkijk, waren we heel naïef. De meesten van ons hadden geen goede studio’s of juiste materialen. We dachten niet aan het maken van museumstukken.
— Jullie waren deel van grote historische veranderingen in de Sovjet-Unie.
Ja wat er met mij is gebeurd, is het resultaat van die grote verschuivingen.
— Heb je daar iets van geleerd?
Ja, ik heb altijd het idee gehad dat ik in mijn eentje moest overleven. Ik wist dat niemand mij zou helpen op moeilijke momenten en dat ik het zelf moest doen.
— Klopt dat idee?
Ik heb veel mensen ontmoet die aardig en behulpzaam zijn. Toch heb ik zo’n afkeer van alles wat collectief is. Ik heb altijd een eigen mening willen vormen op een langzame manier. Ik wilde ook ervaren hoe het was om onafhankelijk te werken. Verzamelaars kochten mijn werk dan ook niet omdat ik Russisch was maar specifiek om mijn werk.
— De objecten en de ruimtes die je toont in je werken zijn vaak dromerig en mysterieus.
In het echte leven voel ik me aangetrokken tot verlaten huizen. Je vraagt jezelf af wat daar is gebeurd. In mijn werken suggereer ik het leven dat daar heeft plaatsgevonden.
— Verlaten plekken betekenen ook eenzaamheid. Is eenzaamheid een karakteristiek van de mens?
Eenzaamheid is een belangrijke karakteristiek van het kunstenaar zijn. Je brengt veel tijd alleen door. Ik ben geïnteresseerd in mensen, maar vooral in wat achter die mensen zit en wat ze achterlaten. Geïsoleerd zijn is niet mijn angst. Ook niet het hebben van weinig spullen. Het enige wat ik nodig heb is het maken van kunst.
Ik houd ervan dingen te ontdekken die andere mensen niet zien, onzichtbare kleine dingen. En die dingen kun je overal vinden. Het is mijn lot om voor altijd vreemdeling te zijn.
Interview: Dina en Helena